Inzichten

Een tijd geleden las ik een artikel over artsen die zélf een beroerte kregen en daardoor met andere ogen gingen kijken naar hun patiënten. Ineens voelden ze wat het is om afhankelijk te zijn. Hoe dat je denken verandert. Ze kregen meer empathie, maar ook schaamte over adviezen die ze vroeger met overtuiging gaven. “Kijk naar wat je nog wél kunt” bijvoorbeeld – zo’n zin die pas hol klinkt als je het zelf meemaakt.

Die gedachte bleef bij me hangen. Want ook in mijn vak – gedragstherapie voor honden – doen we veel kennis op via boeken en opleidingen. En dat moet ook. Maar sommige inzichten krijg je pas echt, als je het zélf hebt meegemaakt.

Leven met een hond die ‘moeilijk’ is

Mijn labrador June is een hond die ik niet had ‘uitgekozen’ als gedragstherapeut. Ze kwam uit mijn eigen nest, met goede socialisatie, dezelfde opvoeding als mijn andere honden. Maar toen ze een jaar oud was, had ze al meerdere honden gebeten. Ze gromde, blafte, viel uit naar alles wat bewoog. Wandelen werd een worsteling.

De oorzaak ligt waarschijnlijk deels in hoe ze ter wereld kwam – een zware bevalling, een onrustige nestperiode – maar uiteindelijk maakte het niet meer uit waarom. Ik moest dealen met wat er wás: een hond die onveilig was, voor anderen én zichzelf.

Als trainer en gedragstherapeut lag er extra druk op mijn schouders. Want wat zegt het over mij, als mijn eigen hond zulk gedrag vertoont? Die gedachte vrat aan me. Ik durfde soms niet eens meer risico’s te nemen in de training. Wat als het misging? Dan verloor ik niet alleen mijn vertrouwen, maar misschien ook dat van anderen.

Mijn zoektocht naar een oplossing

Ik heb met June van alles geprobeerd. Wat uiteindelijk echt verschil maakte, was het inzetten van concept training. Geen standaardoplossingen, maar een aanpak die begint bij de vraag: wie is jouw hond eigenlijk?

June bleek een denker, voorzichtig, weinig zelfvertrouwen, enorm gericht op mij. Haar probleemoplossend vermogen was laag, en dat maakte haar extra kwetsbaar in spannende situaties. Ik ben met haar gaan bouwen aan zelfstandigheid, balans en zelfvertrouwen. Via balansoefeningen, neuswerk, shape-oefeningen. Kleine stapjes, waarin zij kon slagen – en haar zelfvertrouwen kon groeien.

Concept training leerde mij opnieuw kijken. Niet alleen naar haar, maar naar elke hond. En naar wat een eigenaar nodig heeft om zélf weer te kunnen bouwen aan vertrouwen.

In de schoenen van mijn cliënten

Door June begrijp ik mijn cliënten beter dan ooit. Niet alleen vanuit de theorie, maar in de praktijk. Ik weet hoe het voelt om op onmogelijke tijden te gaan wandelen. Om routes te kiezen die jij níet fijn vindt, maar waarvan je hoopt dat je niemand tegenkomt. Om steeds opnieuw af te wegen: is dit veilig? Gaat dit lukken?

Ik weet hoe het voelt om je rot te schamen. Om blikken te vangen van mensen die je hond zien als ‘gevaarlijk’, terwijl jij weet hoeveel liefde hij in zich heeft. Ik weet hoe het is om te huilen van frustratie, omdat je zó je best doet, maar het lijkt nooit genoeg.

Maar ik weet ook hoe het voelt om wél vooruitgang te zien. Om de eerste keer te ervaren dat je hond kiest voor kalmte, voor contact met jou, voor gedrag dat veilig is. Dat gevoel gun ik elke eigenaar.

Hoe het nu gaat

Inmiddels gaat het goed met June, dat mag ook wel nu ze 10 jaar is. In huis is ze ontspannen. Buiten kan ze veel aan. Ze kan prima overweg met bekende honden, al is contact met vreemde honden nog steeds spannend. Kleine honden vertrouw ik haar niet mee, daar ben ik eerlijk in. Maar ze komt als ik roep en loopt los waar het veilig kan, en we hebben manieren gevonden om samen ontspannen te wandelen.

Is dat perfect? Nee. Maar voor haar – voor ons – is het wél het hoogst haalbare. En dat is genoeg.

Realistische doelen, échte begeleiding

Deze ervaring heeft mijn visie veranderd. Natuurlijk wil je als eigenaar het liefst dat alles ‘normaal’ wordt. Maar soms is het einddoel geen perfecte hond, maar een beheersbare situatie, meer rust, weer plezier in samen zijn. En dat is óók waardevol.

Als therapeut geloof ik in eerlijkheid. De meeste honden worden niet 100% probleemvrij. Soms betekent begeleiding ook: helpen accepteren wat er is, zodat mens en hond elkaar weer kunnen vinden. En van daaruit bouwen. Op een manier die past bij jouw hond, bij jouw leven.

Wat mijn “probleemhond” mij geleerd heeft

Ik weet inmiddels na al die jaren dat een hond met gedragsproblemen geen bewijs is van falen. Niet van de hond, niet van de eigenaar. En zeker niet van de professional. Het is een situatie die vraagt om inzicht, geduld en maatwerk.

June leerde mij hoe belangrijk dat is. En hoe waardevol het is om als gedragstherapeut ook te zeggen: Ik snap hoe dit voelt, want ik heb daar ook gestaan.

Die ervaring neem ik mee in elk traject dat ik begeleid. En dat maakt, denk ik, toch een beetje verschil.

Inzichten

Een tijd geleden las ik een artikel over artsen die zélf een beroerte kregen en daardoor met andere ogen gingen kijken naar hun patiënten. Ineens voelden ze wat het is om afhankelijk te zijn. Hoe dat je denken verandert. Ze kregen meer empathie, maar ook schaamte over adviezen die ze vroeger met overtuiging gaven. “Kijk naar wat je nog wél kunt” bijvoorbeeld – zo’n zin die pas hol klinkt als je het zelf meemaakt.

Die gedachte bleef bij me hangen. Want ook in mijn vak – gedragstherapie voor honden – doen we veel kennis op via boeken en opleidingen. En dat moet ook. Maar sommige inzichten krijg je pas echt, als je het zélf hebt meegemaakt.

Leven met een hond die ‘moeilijk’ is

Mijn labrador June is een hond die ik niet had ‘uitgekozen’ als gedragstherapeut. Ze kwam uit mijn eigen nest, met goede socialisatie, dezelfde opvoeding als mijn andere honden. Maar toen ze een jaar oud was, had ze al meerdere honden gebeten. Ze gromde, blafte, viel uit naar alles wat bewoog. Wandelen werd een worsteling.

De oorzaak ligt waarschijnlijk deels in hoe ze ter wereld kwam – een zware bevalling, een onrustige nestperiode – maar uiteindelijk maakte het niet meer uit waarom. Ik moest dealen met wat er wás: een hond die onveilig was, voor anderen én zichzelf.

Als trainer en gedragstherapeut lag er extra druk op mijn schouders. Want wat zegt het over mij, als mijn eigen hond zulk gedrag vertoont? Die gedachte vrat aan me. Ik durfde soms niet eens meer risico’s te nemen in de training. Wat als het misging? Dan verloor ik niet alleen mijn vertrouwen, maar misschien ook dat van anderen.

Mijn zoektocht naar een oplossing

Ik heb met June van alles geprobeerd. Wat uiteindelijk echt verschil maakte, was het inzetten van concept training. Geen standaardoplossingen, maar een aanpak die begint bij de vraag: wie is jouw hond eigenlijk?

June bleek een denker, voorzichtig, weinig zelfvertrouwen, enorm gericht op mij. Haar probleemoplossend vermogen was laag, en dat maakte haar extra kwetsbaar in spannende situaties. Ik ben met haar gaan bouwen aan zelfstandigheid, balans en zelfvertrouwen. Via balansoefeningen, neuswerk, shape-oefeningen. Kleine stapjes, waarin zij kon slagen – en haar zelfvertrouwen kon groeien.

Concept training leerde mij opnieuw kijken. Niet alleen naar haar, maar naar elke hond. En naar wat een eigenaar nodig heeft om zélf weer te kunnen bouwen aan vertrouwen.

In de schoenen van mijn cliënten

Door June begrijp ik mijn cliënten beter dan ooit. Niet alleen vanuit de theorie, maar in de praktijk. Ik weet hoe het voelt om op onmogelijke tijden te gaan wandelen. Om routes te kiezen die jij níet fijn vindt, maar waarvan je hoopt dat je niemand tegenkomt. Om steeds opnieuw af te wegen: is dit veilig? Gaat dit lukken?

Ik weet hoe het voelt om je rot te schamen. Om blikken te vangen van mensen die je hond zien als ‘gevaarlijk’, terwijl jij weet hoeveel liefde hij in zich heeft. Ik weet hoe het is om te huilen van frustratie, omdat je zó je best doet, maar het lijkt nooit genoeg.

Maar ik weet ook hoe het voelt om wél vooruitgang te zien. Om de eerste keer te ervaren dat je hond kiest voor kalmte, voor contact met jou, voor gedrag dat veilig is. Dat gevoel gun ik elke eigenaar.

Hoe het nu gaat

Inmiddels gaat het goed met June, dat mag ook wel nu ze 10 jaar is. In huis is ze ontspannen. Buiten kan ze veel aan. Ze kan prima overweg met bekende honden, al is contact met vreemde honden nog steeds spannend. Kleine honden vertrouw ik haar niet mee, daar ben ik eerlijk in. Maar ze komt als ik roep en loopt los waar het veilig kan, en we hebben manieren gevonden om samen ontspannen te wandelen.

Is dat perfect? Nee. Maar voor haar – voor ons – is het wél het hoogst haalbare. En dat is genoeg.

Realistische doelen, échte begeleiding

Deze ervaring heeft mijn visie veranderd. Natuurlijk wil je als eigenaar het liefst dat alles ‘normaal’ wordt. Maar soms is het einddoel geen perfecte hond, maar een beheersbare situatie, meer rust, weer plezier in samen zijn. En dat is óók waardevol.

Als therapeut geloof ik in eerlijkheid. De meeste honden worden niet 100% probleemvrij. Soms betekent begeleiding ook: helpen accepteren wat er is, zodat mens en hond elkaar weer kunnen vinden. En van daaruit bouwen. Op een manier die past bij jouw hond, bij jouw leven.

Wat mijn “probleemhond” mij geleerd heeft

Ik weet inmiddels na al die jaren dat een hond met gedragsproblemen geen bewijs is van falen. Niet van de hond, niet van de eigenaar. En zeker niet van de professional. Het is een situatie die vraagt om inzicht, geduld en maatwerk.

June leerde mij hoe belangrijk dat is. En hoe waardevol het is om als gedragstherapeut ook te zeggen: Ik snap hoe dit voelt, want ik heb daar ook gestaan.

Die ervaring neem ik mee in elk traject dat ik begeleid. En dat maakt, denk ik, toch een beetje verschil.